IWNOF werkt graag samen met professionele partners. Want samen sta je sterker. Eén van die nieuwe partners is Sterk Techniek Onderwijs (STO) Assen en regio. Wat doen zij en waarom is de samenwerking met hen voor IWNOF zo stimulerend? Huubs Hubbeling is programmamanager STO Assen en regio: “Ondanks al onze maatschappelijke inspanningen tot nu toe hebben leerlingen een beperkt opleidings- en beroepsbeeld, vooral ook van techniek. Om dat beeld goed neer te zetten, hebben we opleidingsbedrijven zoals IWNOF nodig.”
Meer leerlingen laten kiezen voor een technische mbo-opleiding
Huubs: “Sterk Techniek Onderwijs is een landelijk subsidieprogramma en loopt van 2020 tot medio 2024. Het hoofddoel? Meer leerlingen laten kiezen voor een technische mbo-opleiding door hen al op het po en vmbo en ook pro en isk veelzijdig te enthousiasmeren voor techniek. Andere belangrijke doelen zijn het professionaliseren van techniekdocenten in het vmbo, leerlingen in het primair onderwijs alvast voor techniek interesseren en het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen po-vo-mbo. Evenals het bedrijfsleven meer te betrekken bij het onderwijs, de bedrijven de school in brengen of de leerlingen en docenten het bedrijf in.”
STO Assen en regio: overzichtelijk en transparant
Elke regio in Nederland kon zelf subsidie aanvragen en Huubs is specifiek verantwoordelijk voor STO Assen en regio “We voorzien niet elke school apart van subsidie, maar de scholen werken samen onder een gezamenlijke paraplu. We kennen vijf pijlers met een eigen projectleider en budget. Daardoor kunnen de scholen elkaar ook onderling versterken. Bijvoorbeeld als een school al verder is met haar techniekexpertise dan een andere school. Die manier van werken is onderscheidend en maakt STO Assen en regio heel overzichtelijk en transparant. We opereren als één STO in de regio en zijn daardoor goed zichtbaar.” Hierin werkt Huubs inmiddels nauw samen met Jan van der Linde, District manager IWNOF van onder meer de regio’s Almere, Harderwijk, Groningen en Drenthe. Jan: “Het contact tussen ons en STO Assen en regio is ontstaan na een tip over de aanstaande bedrijvencarroussel in Assen en regio. Die tip kregen wij tijdens een bijeenkomst van platform BBL, een verbond van opleidingsbedrijven in het noorden. Vanuit IWNOF wilden wij graag aanhaken bij die carroussel. Vervolgens is de samenwerking snel ontstaan. Inmiddels vind ik het heel knap hoe STO Assen en regio in zo’n korte tijd al zoveel voor elkaar heeft gekregen met de scholen.”
IWNOF slaat brug tussen onderwijs en bedrijfsleven
Huubs: “Het klikte direct. We werken graag samen met meerdere opleidingsbedrijven zoals onder andere de Bouwmensen en de Schildersvakschool. In dit rijtje mag IWNOF als opleider voor de installatie- en elektrotechniek niet ontbreken. Een partner als IWNOF vormt voor STO Assen en regio een goed ingevoerd intermediair tussen onderwijs en bedrijfsleven, zij overzien beide werkvelden. IWNOF kan ons helpen om de kloof tussen technisch onderwijs en de technische bedrijven, én de verschillende culturen daarbinnen, te overbruggen. Ondanks al onze maatschappelijke inspanningen tot nu toe hebben leerlingen een beperkt opleidings- en beroepsbeeld, vooral ook in de installatie- en elektrotechniek. Om dat beeld goed neer te zetten, hebben we echt opleidingsbedrijven als IWNOF nodig. Daarin nemen we ook graag docenten mee; ook hun beeld van techniek verlangt actualisering. Bijvoorbeeld de installatie- en elektrotechniek van nu is compleet anders dan die van 10 jaar terug.” Jan: “Neem de energietransitie en van het gas af. Die bewegingen bieden enorm veel studie- en werkkansen voor jongeren die kiezen voor installatie- en elektrotechniek.”
Samen concreet aan de slag
Inmiddels krijgt de samenwerking concreet vorm. Jan: “Wij doen actief mee met STO Assen en regio. De aftrap daarvan was de carrousselweek eind september. Leerlingen van scholen uit Assen en regio bezochten groepsgewijs bedrijven en instellingen. Ze maakten op een praktische manier kennis met onder andere technische beroepen en werkgebieden. Op deze manier ervaren ze of een beroep wel of niet bij hen past, ook in de installatie- en elektrotechniek.” Daarnaast komt er een bus om jongens en meisjes naar techniekevenementen van STO in Assen en regio te brengen, bedrukt met het logo van alle partners, waaronder dat van IW. Tevens is door STO Assen en regio begin november het eerste zogeheten Techlab geopend in Eelde. De bedoeling is dat er meer volgen. Huubs: “Dit is een spannende en innovatieve fysieke ruimte waar leerlingen kennismaken met allerlei vormen van techniek. In feite een eigentijds portaal tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. We onderzoeken nu hoe we hier (opleidings)bedrijven ook een rol kunnen laten spelen.” Jan: “’Het ligt in de lijn van de samenwerking dat IWNOF hier ook een aanwezigheid krijgt.” Huubs: “We onderzoeken momenteel hoe we dit kunnen concretiseren, bijvoorbeeld in de vorm van lesmaterialen in relatie tot installatie- en elektrotechniek. Of denk aan gastlessen. We staan met elkaar open voor alle mogelijkheden.”
Koppelen van vmbo en mbo STO
Assen en regio en IWNOF richten zich beide op verschillende doelgroepen. STO Assen en regio focust op vmbo-, pro- en isk-leerlingen en IWNOF op mbo-leerlingen. Waarom vinden ze elkaar nu dan zo goed? Jan: “Alle activiteiten waarbij wij nu mogen aanhaken, zoals de carroussel en straks het Techlab, zijn in feite een pre-technische informatievoorziening richting de jonge leerlingen in het vmbo. We brengen ze op dat moment in aanraking met techniek. Dé centrale vraag is: vind je techniek leuk of niet? Dit betekent nog niet dat deze leerlingen na het vmbo gegarandeerd doorstromen naar IWNOF als mbo-opleider. Toch zien wij vanuit IWNOF het urgente belang om al op het vmbo interesse te kweken voor techniek. Sterker nog: misschien al op de basisschool. Uiteindelijk komen deze leerlingen voor de keuze of ze wel of niet voor techniek kiezen in de vmbo bovenbouw en vervolgens verder in techniek doorstuderen op het mbo. Die keuzemomenten zijn voor IWNOF heel interessant. En door nu al in het vmbo, en wellicht ook po, samen te mogen optrekken met STO Assen en regio zijn we in ieder geval als opleidingsmogelijkheid in beeld bij deze leerlingen. Vroegtijdig zichtbaar zijn, duidelijk maken welke installatie- of elektrotechnische beroepen je via IWNOF kunt leren: dat lukt nu beter door samen met STO Assen en regio op te mogen trekken in het vmbo. Koersend op uiteindelijk een warme overdracht naar het technisch mbo, met IWNOF als opleidingspartner. Feitelijk is dat ons gezamenlijke doel!” Overigens werkt IWNOF ook samen met andere STO-regio’s waaronder Lelystad, Almere, Hoogeveen en Dronten. Jan: “In z’n totaliteit spreek je dan over circa 30 regio’s. Maar STO Assen en regio is voor mij wel een koploper die woorden omzet in daden. Zij geven ons de kans om via hun kanalen een mooi netwerk naar vmbo-scholen op te bouwen.”
Ook focus op techniekdocenten
Een heel andere insteek in de samenwerking is die op het niveau van docenten. Huubs: “Neem PIE-docenten, die zijn lastig te vinden. STO ondersteunt het concept van de hybride docent: technici uit het bedrijfsleven die op een vmbo techniekles gaan geven, voor een deel van hun werkweek. Mochten wij die hybride docenten zoeken, dan heeft Jan een breed beeld van eventueel geïnteresseerde kandidaten en ook opleidingsmogelijkheden bij de participantbedrijven die voor hun installatie- of elektrotechnische opleidingen samenwerken met IWNOF.” Jan: “Daarnaast zijn er scholen in het gebied van STO Assen en regio die niet echt harde techniek bieden. De docenten op die scholen kunnen we ook voorlichten vanuit IWNOF over de mogelijkheden en hoe zij door kennisvergroting bij kunnen dragen aan een grotere instroom en doorstroom in de installatie- en elektrotechniek van vmbo naar mbo.”
Uitdaging voor de toekomst
Huubs: “Het is een uitdaging om de doelen van STO te blijven nastreven als de STO-subsidie over enkele jaren eindigt. De kunst is om wat we nu samen optuigen, ook met IWNOF, structureel in te bedden. We kunnen hierbij niet zonder de opleidingsbedrijven.” Jan: “Ik heb er wel vertrouwen in dat de overheid deze nieuwe beweging structureel ondersteunt. We brengen samen een vliegwiel op gang en dat moet sneller én langduriger kunnen blijven draaien.”